(Go: >> BACK << -|- >> HOME <<)

Bourtange: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website Geavanceerde mobiele bewerking
k Wijziging van 31.144.236.29 (Overleg) teruggedraaid naar de laatste versie van De Wikischim
 
(18 tussenliggende versies door 19 gebruikers niet weergegeven)
Regel 6:
| gemeente = {{NL-vlag|Westerwolde}}
| web =
| bestandsnaam vlag = Vlag Bourtange.svg
| bestandsnaam wapen =
| postcode = 9545
Regel 22 ⟶ 23:
| woonplaatscode = 2294
}}
'''Bourtange''' ([[Gronings]]: ''Boertange'', verouderd ''De Betang'') is een [[Vesting (verdedigingswerk)|vestingdorp]] met aangrenzende moderne kom in de Nederlandse provincie [[Groningen (provincie)|Groningen]], dat tussen 1580 en 1593 tijdens de [[Nederlandse Opstand]] is aangelegd. Bourtange ligt in de [[gemeente (bestuur)|gemeente]] [[Westerwolde (gemeente)|Westerwolde]], in de gelijknamige [[Westerwolde (streek)|streek]]. Het vestingdorp is een [[Rijksbeschermd gezicht Bourtange|beschermd dorpsgezicht]]. Ten noordwesten van de vesting ligt de rest van de kom van het dorp.
 
Tussen 1811 en 1821 was Bourtange een zelfstandige gemeente, waartoe in het beginjaar ook [[Ter Apel]], [[Onstwedde (plaats)|Onstwedde]], [[Sellingen]], [[Vlagtwedde (dorp)|Vlagtwedde]] en [[Wedde (Westerwolde)|Wedde]] behoorden. De eerste maire was Paulus Eckringa. In 1811 werden Vlagtwedde en Onstwedde afgesplitst. In 1821 ging Bourtange op in de [[Vlagtwedde (gemeente)|gemeente Vlagtwedde]], die in 2018 opging in de nieuwe gemeente [[Westerwolde (gemeente)|Westerwolde]].
 
==Ontstaan en groei==
Bourtange was oorspronkelijk een strategisch gelegen [[dekzandrug]] of ''[[Tange (toponiem)|tange]]'' die Westerwolde verbond met het Duitse achterland.
Bourtange was oorspronkelijk een strategisch gelegen [[dekzandrug]] of ''[[Tange (toponiem)|tange]]'' die Westerwolde verbond met het Duitse achterland. De naam ''de Burtange'' (1530), o''p die Bertaing'' (1573), ''up'' ''Buertange'' (1584), o''p d'Boirtange'' (1593) of ''Bourtange'' (1612), soms verbasterd tot ''Bretaigne'', verwijst naar de dekzandrug en is verwant met het woord ''tonge'' in ''[[landtong]]''.<ref name=":2" /><ref name=":1" /> Het [[Middelnederduits|Middelnederduitse]] woord ''(hus)tangen'' verwijst bovendien naar twee rijen funderingspalen, waartussen het fundament van een woning wordt opgericht. Het zou daarom gaan om een smalle landtong die was ingeklemd tussen de moerassen.<ref name=":2">Wobbe de Vries, ''Groninger plaatsnamen'', Groningen 1946, p. 226-227.</ref> Het voorvoegsel ''boer-'' zou kunnen betekenen dat er een ''bo(er), dat is een'' huis of schuur op de landtong was gebouwd. In Westerwolde duidt het woord ''boer'' echter vooral op het gemeenschappelijk bezit van de inwoners. Het woord ''boertange'' daarom te vergelijken met woorden als ''[[Marke (bestuur)|boermande]]'', ''[[Marke (bestuur)|boermarke]]'' en ''boerveen''.<ref name=":1">G. van Berkel & K. Samplonius, ''Nederlandse plaatsnamen verklaard'', 2018, [https://etymologiebank.nl/trefwoord/bourtange trefwoord Bourtange].</ref> Het onderhoud van de route was een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de inwoners, die daarvoor geregeld moesten komen opdraven. Op [[Gerard Mercator|Gerard Mercators]] kaart ''De'' ''Frisia occidentalis'' uit 1598 staat het hele gebied aangegeven als ''Op die Bertaing, een groote heyde.''<ref>Erwin Karel, '[https://books.google.nl/books?id=NwZri_PjfDwC&pg=PA5 Op die Bertaing: de rijksgrens in Drenthe]', in: Dez., ''Grenzen in Drenthe'', Assen 2000, p. 3-29.</ref>
 
Bourtange was oorspronkelijk een strategisch gelegen [[dekzandrug]] of ''[[Tange (toponiem)|tange]]'' die Westerwolde verbond met het Duitse achterland. De naam ''de Burtange'' (1530), o''p die Bertaing'' (1573), ''up'' ''Buertange'' (1584), o''p d'Boirtange'' (1593) of ''Bourtange'' (1612), soms verbasterd tot ''Bretaigne'', verwijst naar de dekzandrug en is verwant met het woord ''tonge'' in ''[[landtong]]''.<ref name=":2" /><ref name=":1" /> Het [[Middelnederduits|Middelnederduitse]] woord ''(hus)tangen'' verwijst bovendien naar twee rijen funderingspalen, waartussen het fundament van een woning wordt opgericht. Het zou daarom gaan om een smalle landtong die was ingeklemd tussen de moerassen.<ref name=":2">Wobbe de Vries, ''Groninger plaatsnamen'', Groningen 1946, p. 226-227.</ref> Het voorvoegsel ''boer-'' zou kunnen betekenen dat er een ''bo(er), dat is een'' huis of schuur op de landtong was gebouwd. In Westerwolde duidt het woord ''boer'' echter vooral op het gemeenschappelijk bezit van de inwoners. Het woord ''boertange'' daarom te vergelijken met woorden als ''[[Marke (bestuur)|boermande]]'', ''[[Marke (bestuur)|boermarke]]'' en ''boerveen''.<ref name=":1">G. van Berkel & K. Samplonius, ''Nederlandse plaatsnamen verklaard'', 2018, [https://etymologiebank.nl/trefwoord/bourtange trefwoord Bourtange].</ref> Het onderhoud van de route was een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de inwoners, die daarvoor geregeld moesten komen opdraven. Op [[Gerard Mercator|Gerard Mercators]] kaart ''De'' ''Frisia occidentalis'' uit 1598 staat het hele gebied aangegeven als ''Op die Bertaing, een groote heydehttps://web.archive.''<ref>Erwin Karel, '[org/web/20220216110028/https://books.googleetymologiebank.nl/books?id=NwZri_PjfDwC&pg=PA5trefwoord/bourtange Op die Bertaing: de rijksgrens in DrentheGearchiveerd]', in:op Dez.,16 ''Grenzenfebruari in Drenthe'', Assen 2000, p. 3-292022.</ref>
Het smalle karrenspoor door het [[Bourtangermoeras]] was alleen in het zomerseizoen en bij vorst toegankelijk en moest geregeld worden versterkt met takkenbossen, heideplaggen en ander materiaal. Deze route (de ''Westerwoldinger weghe'' genoemd) maakte deel uit van de in 1457 ontworpen handelsroute tussen Groningen en Westfalen.<ref>Wiebe Jannes Formsma, ‘De schouw van de Hoofdmannenkamer over de heerwegen’, in: dez., ''Geschiedenis tussen Eems en Lauwers'', Assen 1988, p. 23-35.</ref><ref>{{de}}[https://www.hansischergeschichtsverein.de/file/hub8_low.pdf ''Hansisches Urkundenbuch'', dl. 8 (1899)], nr. 636.</ref> Hij stond in verbinding met de Friese straatweg op de hoge, westelijke Eemsoever, die vanuit [[Emden (Nedersaksen)|Emden]] via [[Rheine]] naar het zuiden liep. Parallel aan deze route werd na 1483 een kanaal tussen de Westerwoldse Aa en de Eems gegraven (de [[Spaansche Diep#De Oude Gracht van 1483|Oude Gracht]]), dat echter vanwege geldgebrek en technische problemen niet voltooid werd.
 
Op [[Gerard Mercator|Gerard Mercators]] kaart ''De'' ''Frisia occidentalis'' uit 1598 staat het hele gebied aangegeven als ''Op die Bertaing, een groote heyde.''<ref>Erwin Karel, '[https://books.google.nl/books?id=NwZri_PjfDwC&pg=PA5 Op die Bertaing: de rijksgrens in Drenthe]', in: Dez., ''Grenzen in Drenthe'', Assen 2000, p. 3-29. [https://web.archive.org/web/20230607182042/https://books.google.nl/books?id=NwZri_PjfDwC&pg=PA5 Gearchiveerd] op 7 juni 2023.</ref>
 
Het smalle karrenspoor over de landtong liep door het [[Bourtangermoeras]] en was alleen in het zomerseizoen en bij vorst toegankelijk. enHet pad moest geregeld worden versterkt met takkenbossen, heideplaggen en ander materiaal. Deze route (de ''Westerwoldinger weghe'' genoemd) maakte deel uit van de in 1457 ontworpen handelsroute tussen Groningen en Westfalen.<ref>Wiebe Jannes Formsma, ‘De schouw van de Hoofdmannenkamer over de heerwegen’, in: dez., ''Geschiedenis tussen Eems en Lauwers'', Assen 1988, p. 23-35.</ref><ref>{{de}}[https://www.hansischergeschichtsverein.de/file/hub8_low.pdf ''Hansisches Urkundenbuch'', dl. 8 (1899)], nr. 636. [https://web.archive.org/web/20220320094201/https://www.hansischergeschichtsverein.de/file/hub8_low.pdf Gearchiveerd] op 20 maart 2022.</ref> Hij stond in verbinding met de Friese straatweg op de hoge, westelijke Eemsoever, die vanuit [[Emden (Nedersaksen)|Emden]] via [[Rheine]] naar het zuiden liep. Het onderhoud van het karrenspoor was een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de inwoners, die daarvoor geregeld moesten komen opdraven. Parallel aan deze route werd na 1483 een kanaal tussen de Westerwoldse Aa en de Eems gegraven (de [[Spaansche Diep#De Oude Gracht van 1483|Oude Gracht]]), dat echter vanwege geldgebrek en technische problemen niet voltooid werd.
 
Om de route te beveiligen en invallen vanuit het Duitse achterland tegen te gaan, besloot de Groningse stadhouder Karel van Egmond in 1530 hier een [[Blokhuis (verdedigingswerk)|blokhuis]] (een klein fort) te bouwen. Of dit plan daadwerkelijk gerealiseerd is, is onbekend. In de beginjaren van de [[Nederlandse Opstand]], namelijk in 1570, werden er opnieuw militairen gelegerd.<ref>Hans-Joachim Behr,, 'Handlungen um Westerwolde und Bellingwolde', in: ''Westfalen'' 68 (1990), p. 204-212, hier 206.</ref>
Regel 35 ⟶ 40:
In 1580 werd hier in enkele dagen een compleet fort gebouwd. De stad [[Groningen (stad)|Groningen]] was toen onder leiding van [[stadhouder]] [[George van Lalaing|Rennenberg]] overgelopen naar het kamp van de Spaanse koning. Om de bevoorrading vanuit het Duitse achterland te blokkeren gaf [[Willem van Oranje]] daarom opdracht aan de overste [[Diederik Sonoy]] op de Bourtange een [[Schans (verdedigingswerk)|schans]] aan te leggen.<ref name="HVNBOER">De Kruijf, ''Atlas'', p.112-116.</ref> De zogenoemde ''Snoeyschans'' was een versterking met vijf bolwerken, die echter wegens geld- en materiaalgebrek niet tijdig voltooid kon worden.<ref name=":0">Heijligenberg en Overdiep, 'Geschiedenis van de vesting Bourtange', p. 29.</ref> In augustus werden de Staatse troepen onder leiding van graaf [[Filips van Hohenlohe-Neuenstein|Filips van Hohenlohe]] verslagen, waarna de bezetting van de schans door Spaanse troepen werd verjaagd.
 
De passage over de Bourtange bleef in de daaropvolgende jaren verschoond van het meeste oorlogsgeweld. Juli 1581 verhinderden bewapende inwoners uit Bellingwolde en het Oldambt dat plunderende Spaanse ruiters via Bourtange naar de Ommelanden zouden trekken; het jaar daarop trokken plunderende troepen wel ''over de Burtange''. De Groningers maakten vanaf 1584 een nieuw plan voor een kanaalverbinding via Bourtange naar [[Heede (Nedersaksen)|Heede]], het [[Spaansche Diep]], dat opnieuw onvoltooid bleef. De resten daarvan waren nog in de 19e eeuw zichtbaar. Op een kaart van Cornelius Adgerus uit 1587 staat d''e voerwech oder wagenpadt over den Buretanggen nae Reede'' voor het eerst getekend.<ref>Niedersächsisches Landesarchiv Osnabrück, K 53 Nr. 1 H:[http://www.arcinsys-digitalisate.niedersachsen.de/nla_os/k/53_nr._1_h/m_os_k_53_nr._1_h.jpg ''<nowiki>Charte description [...] aengaende des Diepte oder Schypvaert von Reede nae Bellingwolde [...]</nowiki>''], door Cornelius Adgerus, 1587. [https://web.archive.org/web/20220209221446/http://www.arcinsys-digitalisate.niedersachsen.de/nla_os/k/53_nr._1_h/m_os_k_53_nr._1_h.jpg Gearchiveerd] op 9 februari 2022.</ref>
 
In april 1593 bezetten Staatse troepen de passage door het moeras. De eerder begonnen schans werd nu in opdracht van stadhouder [[Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg|Willem Lodewijk van Nassau]] voltooid.<ref name="HVNBOER" /> De belangrijkste vestingbouwmeester die bij het project betrokken was, was de Friese ingenieur Pauwel Symonsz uit Bolsward.<ref name=":0" /> In 1594 werd ook de stad Groningen door de Staatse troepen veroverd, waarna de vesting Bourtange onderdeel werd van de grensverdediging van de drie noordelijke provincies [[Groningen (provincie)|Groningen]], [[Friesland]] en [[Drenthe]].
 
De vesting viel onder het gezag van de [[Staten van Friesland]], die ook de predikant, de schoolmeester en andere beambten benoemde. De stad Groningen, die het gezag over Westerwolde uitoefende, had alleen iets over het buitengebied van de vesting te zeggen. Al snel na de bouw vestigden zich ook burgers binnen de vesting. TenminsteTen minste in 1597 had de vesting een eigen veldpredikant. Na de bouw van een garnizoenskerk in 1607 ontstond er een kerkelijke gemeente, die onder het gezag van de [[Oldambt (landstreek)#Classis Oldambt|classis Oldambt]] viel.<ref>O.D.J. Roemeling, [https://corpusroemeling.nl/download/CorpusRoemelingGroningenDrenthe.pdf ''Patroonheiligen, priesters en predikanten in Groningen en Drenthe tot omstreeks 1640 (zeer voorlopige versie)''], Leeuwarden 2019, p. 122-125. [https://web.archive.org/web/20221114193312/https://corpusroemeling.nl/download/CorpusRoemelingGroningenDrenthe.pdf Gearchiveerd] op 14 november 2022.</ref>
 
De vesting werd onder andere in 1665 tijdens de [[Eerste Münsterse Oorlog]] verbeterd en opnieuw tijdens de [[Tweede Münsterse Oorlog]] in 1672, toen [[Christoph Bernhard von Galen|Bernhard von Galen]] de stad Groningen belegerde. Om de watertoevoer naar de vesting te garanderen werd aankelijkaanvankelijk de Sellingersloot - later [[Moddermansdiep]] genoemd - gegraven. Omstreeks 1672 werd tevens in de [[Ruiten Aa]] een dam van rijshout - de ''Rijsdam'' - aangelegd, die ervoor moest zorgen dat de omgeving van de vesting onder water bleef staan. In 1742 bereikte de vesting de grootste omvang. Aan de oostzijde kwamen tussen de half bastions van het [[kroonwerk]] twee [[ravelijn]]en en het [[Glacis (vesting)|glacis]] werd afgegraven.<ref name="HVNBOER" /> Opvallend aan de Vestingvesting is de vijfhoekige vorm. De veertien lindebomen op het marktplein markeren de zijden van het middelste pentagon.<ref>Jan Abrahamse en Paul Paris, '[https://web.archive.org/web/20140221234115/http://www.noorderbreedte.nl/pdf/96106.pdf Vesting Bourtange, een reconstructie]'; in: ''Noorderbreedte'' (1996), afl. 1, p. 24-25.</ref>
 
In 1704 werd een nieuw kruitmagazijn gebouwd met een bijzondere constructie. Het dak ligt los op de muren, zodat bij een explosie het gehele gebouw niet uit elkaar zou spatten. Enkel het dak zou weggeblazen worden. Voorheen bestond een kruitmagazijn uit meters dikke muren en dito dak.
Regel 47 ⟶ 52:
Nog in 1796 werd ten oosten van de lijn Bourtange-Abeltjeshuis een nieuwe verdedigingslinie aangelegd
 
Het buitengebied van de vesting werd voornamelijk als weide- en hooiland gebruikt. Ook werd er turf gestoken. In 1653 sloten de bewoners van Bourtange een verdrag met de eigenerfden van [[Wollinghuizen]], waardoor een deel van de [[Marke (bestuur)|marke]] van Wollinghuizen aan die van Bourtange werd toegevoegd. In 1813 waren er 34 gerechtigden, die ieder twee koeien en een stuk jongvee in de marke mochten laten weiden. De marke, die ruim 400 hectare groot was, werd tenslotteten slotte in 1851 onder de 57 gerechtigden verdeeld.
 
Als tuingrond waren aanvankelijk alleen delen van de bolwerken voorhanden. Vanaf 1738 ook akkertjes, tuinen en hooiveldjes aan de westkant van de vesting aangelegd, omringd door houtwallen. Het eerste huis dat buiten de vesting werd gebouwd, was het [[Abeltjeshuis]], een herberg uit 1724, die later de ''Münstersche Herberg'' werd genoemd. Op de plek van het huidige Plathuis verrees in 1738 een herberg, die aanvankelijk de ''Vriesche Herberg'' werd genoemd. Na de ontmanteling van de vesting in 1851 verrezen ook elders huizen.
Regel 63 ⟶ 68:
De onderofficieren hadden een apart verblijf met eigen [[aanrecht]] en toiletten.
 
De [[Soldaat|manschappen]] logeerden in [[kazerne]]s, stenen gebouwen. Zij moesten gebruik maken van openbare toiletten, de [[Secreet (toilet)Toilet|secreten]].
 
De “convooymeester” had, net zoals de commandant van de vesting, een eigen woning. Hij was de man naast de bevelvoerende commandant. Hij was verantwoordelijk voor alle ondersteunende functies: de voorraden, de brouwerij, de beplantingen, het onderhoud.
Regel 139 ⟶ 144:
== Zie ook ==
* [[Lijst van rijksmonumenten in Bourtange]]
* [[Spaansche Diep]]
 
== Literatuur ==