Vlaming brengt het Fries terug op de universiteit van Utrecht

Hans Van de Velde: ,,Ik kan met een frisse blik naar de taal kijken. Mij vallen bepaalde zaken op die iemand die zelf Fries is normaal vindt - en er daardoor zo aan voorbij gaat.”

Hans Van de Velde: ,,Ik kan met een frisse blik naar de taal kijken. Mij vallen bepaalde zaken op die iemand die zelf Fries is normaal vindt - en er daardoor zo aan voorbij gaat.” Foto: Marchje Andringa

Voor het eerst sinds 1990 krijgt de Universiteit Utrecht een leerstoel waarin het Fries een rol speelt. Hans Van de Velde bezet hem. Hij wil het Fries met moderne technieken weer op de kaart zetten.

Een onderzoeker van de Fryske Akademy spreekt doorgaans ‘geef Frysk’. Maar bij Hans Van de Velde, die tot zijn 22e in Oost-Vlaanderen woonde, is dit anders. ,,Ik kan het wel goed volgen hoor, maar Nederlands gaat me nog altijd beter af.”

Er zijn volgens hem veel overeenkomsten tussen het meertalige Fryslân en zijn meertalige geboortegrond. ,,Wij hebben ook veel verschillende dialecten. Ik sprak van huis uit Oost-Vlaams, maar mijn vader, die uit het dorp Wichelen kwam - slechts twee kilometer verwijderd van Uitbergen waar ik opgroeide - sprak weer een heel ander dialect. Dat leek veel meer op het Brabants. Zo was de kleur wit bij hem ‘wiet’, terwijl wij ‘wet’ zeggen.”

Klanken

Van de Velde is sinds 2014 als onderzoeker aan de Fryske Akademy verbonden. Als sociolinguïst onderzoekt hij hoe een taal werkelijk in de praktijk wordt gesproken. In deze discipline is het onder meer belangrijk om goed weer te geven welke klanken in een taal of dialect worden gebruikt en waarom bepaalde klanken worden overgenomen uit een andere taal of dialect, waarmee de sprekers in contact staan. Op dat gebied wil hij de komende jaren - vanuit de leerstoel sociolinguïstiek - een verdiepingsslag aanbrengen door moderne technieken te gebruiken.

We kunnen tegenwoordig veel meer op het gebied van klankmetingen

,,We kunnen tegenwoordig veel meer op het gebied van klankmetingen. Ik wil graag die technieken gebruiken om tot nieuwe inzichten te komen in de taal. Sommige kenmerkende klanken komen niet zó vaak voor dat je ze makkelijk spontaan kunt meten. Daarvoor heb je een experimenteerruimte nodig, een soort laboratorium waar je meer zaken kunt meten dan je alleen op het eerste gehoor hoort. Bijvoorbeeldof er een neusklank is via een microfoontje in de neus. Het mooiste zou zijn als dit een mobiel laboratorium wordt, zodat moedertaalsprekers in hun eigen vertrouwde omgeving onderzocht kunnen worden.”

Friese situatie

Fryslân krijgt vanuit de leerstoel bijzondere aandacht. ,,Het is mijn bedoeling om mensen te stimuleren juist de Friese situatie te onderzoeken.” Het feit dat Van de Velde geen Fries is kan hierbij een voordeel zijn, stelt hij. ,,Ik kan met een frisse blik naar de taal kijken. Mij vallen bepaalde zaken op die iemand die zelf Fries is normaal vindt - en er daardoor zo aan voorbij gaat.”

Ik kan met een frisse blik naar de taal kijken

Het is voor het eerst in dertig jaar dat er weer een leerstoel is bij de Utrechtse universiteit die bijzondere aandacht heeft voor het Fries. ,,Ger de Haan was in 1990 de laatste bijzonder hoogleraar Friese taal- en letterkunde. Ik heb een gewone leerstoel en dat heeft als voordeel dat hij niet tijdelijk is, met maar een mogelijkheid voor verlenging. Ik kan me daardoor meer op de lange termijn richten.”

Naast Utrecht is er in Amsterdam een leerstoel Fries en in Groningen, de enige universiteit die nog een studie Fries aanbiedt. ,,De universitaire frisistiek begon echter in Utrecht met Foeke Buitenrust-Hettema die van 1897 tot 1922 als onbezoldigd privaatdocent Fries gaf. Ik sta dus in een lange traditie.” Van de Velde wordt door de Fryske Akademy voor één dag in de week in Utrecht gedetacheerd. Morgen houdt hij zijn oratie, oftewel zijn inaugurele rede waarmee hij officieel zijn nieuwe ambt aanvaardt.